Brief aan Stijn

 

Beste Stijn,

Ik zoek al lang een pennenvriend.En ik hoop stiekem dat jij die wil zijn.Na lezing van mijn brief, en natuurlijk hoop ik dat die jou zal bevallen,mag je me dan ook je adres mailen.
Niet je mailadres want dat kan ik lezen bovenaan de mail, ik bedoel je postadres.
Ik wil je schrijven. Jij schrijft me dan terug en zo kijken we uit naar elkaars woorden.
Die komen natuurlijk niet zo snel. Op een brief moet je wachten.

Beste Stijn,

(volgens mij hoort het niet in een brief de geadresseerde een tweede keer aan te spreken, maar ik doe het toch)
We kennen elkaar niet.
Ik vind het eigenlijk heel spannend wat ik nu doe.
Ik vind alles wat jij uitstraalt ook spannend.
Alsof ik mijn vingers aan jou zou kunnen verbranden.

Een tijdje geleden hoorde ik je vertellen over Linda, de vrouw waarover Wil Tura ooit zong.
En zo legde je uit aan de radio 2 luisteraar wat ik al wist, dat Bart Peeters er een pakkende versie van had opgenomen voor het project Tura Lura.
Tura Lura!
Ondertussen 25 jaar geleden. Of zelfs bijna 30?
Ik was verzot op dat cassetje.
En om eerlijk te zijn, ik héb dat nog.
Ik kan het niet meer afspelen bij gebrek aan een deftige cassettespeler maar toch verhuisde ik het tot nu toe telkens mee. Van Wijnegem naar mijn appartementje op de VUB, van Brussel naar Gent van Antwerpen Zuid naar Rotselaar, van Leuven naar ….
Soms stof ik het nog wel eens af en dan glimlach ik. Om wat geweest is, misschien. Maar vooral omdat ik het graag zie, dat cassetje.
Ooit vergezelde het me op reis naar een zuiders land waar ik een huisje deelde met mijn beste vriendin. Haar ouders sliepen in een huisje op 5 meter naast dat van ons maar het voelde alsof we voor het eerst alleen de wereld konden intrekken.Ik zie dat beeld nog steeds voor mij hoe we  neerploften op het dubbelbed, omringd door witgekalkte muren, en ik mijn draagbaar cassettespelertje tussen ons in legde en Tura Lura opzette. “Hier moet je eens naar luisteren” zei ik, “dit is echt goed”, en ik gaf mijn vriendin een vertrouwelijk knikje en drukte op play. Ken je ze nog, die toetsen die je echt kon índrukken? Soms drukte ik bij dat toestel per ongeluk ook op record, die toets lag er vlak naast en zo kwam het dat ik enkele cassettes had waarop nummers stonden die onderbroken werden door een klik en een “oei”, waarna het nummer gewoon verder speelde.
Dat was gelukkig niet gebeurd met het cassetje van Tura Lura.
Zo lagen we daar dan te luisteren naar jouw Arme Joe en Eliza Wout. Ik herinner me dat ik even buiten ging en iets sneller dan verwacht weer binnenstapte en zo hoorde ik dat mijn vriendin het cassetje had uitgezet. Ze keek me betrapt aan.
Dàt moment, mijn plotse binnenkomst en haar blik. Nooit vergeet ik die.
Het zei me zo veel Stijn. Dat we zo anders waren. En dat deed me verdriet.
Eigenlijk had ik er toen een einde aan moeten maken, aan onze vriendschap. Ik schat dat we 13 of 14 waren.
Pas na de geboorte van mijn 1e dochter heb ik de knoop echt durven doorknippen.
Maar toen, haar op stop duwen (en je moest hard drukken hè), omdat ze er niks aan vond, bewees dat ze geen smaak had, of een andere smaak had (ik mag niet hautain klinken) en bewees ze ook dat ze geen zin had om haar grenzen te verleggen.

Tijdens die bewuste autorit waarbij mijn radio uitzonderlijk eens op radio 2 stond en jij met veel warmte een ode aan Linda bracht, wilde ik je omarmen Stijn.

Doch weet dit is de waarheid niet, maar het doet nog zo’n verdriet, dat ik jou onmogelijk zeggen kan….

Ik hoop dat het je goed gaat.

Liefs, Anneke